Foto's maken met een vlieger is in principe simpel en veilig. Je laat een vlieger op (geen bestuurbare, gewoon met één lijn), je hangt een fototoestel aan de lijn en je laat nog wat lijn vieren: de camera gaat omhoog. Vliegeren mag niet overal: niet in de buurt van hoogspanningslijnen en spoorwegen, niet hoger dan 100 meter en niet binnen 5 km van een vliegveld.
Bijzonder: vliegeren mag op veel plaatsen waar vliegen met een drone verboden is.
De camera bevind zich in een lichtgewicht aluminium frame dat vanaf de grond met een modelbouwzender gedraaid en gekanteld kan worden. Bovendien bevat dit frame een kleine videozender die het beeld van de camera naar een schermpje op de grond stuurt. Met deze middelen is het mogelijk om de camera vanaf de grond te richten op het gewenste onderwerp.
Kijk ook eens op pagina met links of bekijk dit fimlpje op YouTube
Ik heb 3 KAP camera's. De foto's hierboven hebben ongeveer dezelfde schaal.
Hierboven staan afbeeldingen van Rig 3 (is inmiddels gekannibaliseerd) en Rig 4 (is inmiddels wat netter afgewerkt).
Deze Rokkaku (2 meter hoog, 1.60 breed) is mijn meest gebruikte vlieger. Hij vliegt met windkracht 2, en is bruikbaar bij het fotograferen vanaf een stabiele windkracht 3 tot een niet al te zware windkracht 5. Voor zachte wind gebruik ik grotere Rokkaku's: 2m50 x 2m00 en 3m00 x 2m20.
Deze PFK (2.10 meter breed, 1 meter hoog) gebruik ik om foto's te maken als het hard waait: windkracht 4 toto 6-7. Bij windkracht 8 doet de vlieger het ook nog wel, maar dan slingert de camera te veel om nog foto's te maken. Deze vlieger is erg makkelijk om op te zetten (1 stok insteken aan de achterkant) en makkelijk alleen op te laten (vliegt zo uit je hand weg). Er is een stabiele windkracht 4 nodig om de camera op een betrouwbare manier in de lucht te houden.